Wat is vasa previa?

Vasa previa is een zwangerschapscomplicatie waarbij één of meerdere onbeschermde bloedvaten van de baby, via de placenta of navelstreng, voor de geboorteuitgang liggen, onder de baby. Het komt voor bij circa 1 op 1600 zwangerschappen. De complicatie heeft een hoog sterftecijfer (50-95%), als er geen diagnose is gesteld.

Vasa previa is Latijn voor ‘voorliggende vaten’; onbeschermde bloedvaten van de baby, die vóór de geboorteuitgang liggen.
Bij het breken van de vliezen, of het ontsluiten van de baarmoedermond, kunnen de onbeschermde bloedvaten scheuren. Hierdoor kan de baby verbloeden, oftewel sterven, door een groot deel van zijn bloed te verliezen. Ook kan het kindje in de problemen komen wanneer de bloedvaten tijdens de bevalling afgekneld worden tussen de baby en de wanden van het geboortekanaal.

De onbeschermde bloedvaten zijn een gevolg van:

  1. Velamenteuze insertie van de navelstreng (vasa previa type 1)
  2. Meerlobbige placenta (vasa previa type 2)
  3. Een combinatie van velamenteuze navelstrenginsertie en meerlobbige placenta
  4. Een afwijkende placenta met onbeschermde foetale bloedvaten die buiten de placenta lopen (vasa previa type 3).

De afbeelding hieronder geeft een schematische weergave van type 1, 2 en 3.

Pathologie

De bloedvaten horen niet onbeschermd door de vliezen te lopen. Ze horen beschermd te worden door de navelstreng of door placentaweefsel. Er is weinig bekend over de oorzaak van de onbeschermde bloedvaten. De meest erkende theorie is genaamd trophotropisme. Volgens Dr. Harris Finberg, kan trophotropisme in placentaweefsel, worden vergeleken met een zonnebloem. Deze heeft de neiging om naar de zon te buigen, om het licht te krijgen wat hij nodig heeft om te overleven. Aangezien het lagere gedeelte van de baarmoeder niet zo voedzaam is als het hogere gedeelte, zal de placenta omhoog ‘groeien’ om zo het meer voedzame weefsel te bereiken. Lager gelegen placentaweefsel kan dan afsterven, waardoor de placentabloedvaten onbeschermd komen te liggen. Er ontstaat dan een zogenaamde velamenteuze insertie van de navelstreng , waarbij het onderste deel van de placenta afsterft en de nieuwe groei verderop plaatsvindt, weg van de locatie waar de navelstreng de placenta binnenkomt. Hierdoor blijft de navelstreng verbonden met de placenta via bloedvaten, maar komen deze bloedvaten bloot te liggen, onbeschermd door placentaweefsel.

Bij een tweelobbige placenta of een placenta met een of meerdere bijlobben (placenta succenturiata) kan het placentaweefsel ter hoogte van de baarmoedermond eroderen (verdwijnen/afsterven), maar de bloedvaten doen dit niet. Er ontstaan daarmee twee placentadelen verbonden door een of meerdere onbeschermde bloedvaten.

Vasa previa (alledrie de typen) komt vaak voor bij een laagliggende placenta.  Het kan ontstaan doordat een placenta previa (voorliggende placenta) omhoog trekt. In beide gevallen bevindt de placenta zich vóór of vlakbij het geboortekanaal. De placenta ‘beweegt’, dan naar boven, door een groter wordende baby. Hij komt dan hoger te liggen ten opzichte van de geboorte-uitgang, waarbij er vaak onbeschermde bloedvaten bloot komen te liggen vóór of vlakbij de geboorte-uitgang.