Begrippenlijst

Begrippen
met toelichting
Begrippen
in een lijst

Amniocentese

Amniocentese - in Nederland voornamelijk bekend als "vruchtwaterpunctie" - is een vaakgebruikte prenatale test. Gedurende deze ingreep wordt een echo aparaat gebruikt om de positie van de baby te bepalen waarna een lange holle naald wordt ingebracht om vruchtwater rond de foetus weg te nemen. De baby wordt hierbij niet geraakt. De afgestoten huidcellen die in het vruchtwater drijven worden daarna getest in het laboratorium op foetale afwijkingen. De resultaten zijn meestal na 8-10 dagen bekend. Vruchtwaterpuncties worden ook gebruikt om de rijpheid van de longetjes te testen wanneer een vroegtijdige bevalling wordt aangeraden.

Antepartum

Gerelateerd aan de periode voor de partus (het geboorteproces); voor de geboorte van het kind.

Color Doppler echo

Gebruikt om de snelheid van de bloedstroom te meten. Doppler echo kan gebruikt worden om te luisteren naar de hartslag van het kindje, om het foetale hart te onderzoeken op afwijkingen en om de bloedstroom van de placenta te beoordelen. Dit speciaal type echo laat real-time verschillende snelheden van bloedstromen zien op een monitor, in verschillende kleuren blauw en rood. De ene kleur gaat van de placenta naar de baby en de andere van de baby naar de placenta. Op deze manier kan de locatie van de foetale bloedvaten gedetecteerd worden en de vermoede diagnose vasa previa kan bevestigd of verworpen worden.

Laag liggende placenta

Vroeg in de zwangerschap nestelt de zygote (het bevruchte eitje) zich in de baarmoeder en vormt de placenta. Een innesteling die laag in de baarmoeder plaatsvindt kan resulteren in een placenta die zich vlakbij of over de baarmoederhals (het geboortekanaal) bevindt. De meeste laag liggende placenta´s verplaatsen zich naar boven gedurende de zwangerschap richting de fundus (de top van de baarmoeder) en weg van de baarmoederhals. Een laag liggende placenta heeft 4 gradaties van ernst: Laag liggende placenta: de placenta heeft zich laag ingenesteld in de baarmoeder, dicht bij de baarmoederhals, maar de rand van de placenta raakt de baarmoederhals niet. Marginale placenta previa: De rand van de placenta zit aan de rand van de baarmoederhals. Gedeeltelijke placenta previa: De baarmoederhals is gedeeltelijk bedekt met de placenta. Totale placenta previa: De baarmoederhals is compleet bedekt met de placenta.

Multi-gestationale zwangerschappen

Een tweeling-, drieling-, of meerling zwangerschap.

Ogita-test

Test gebruikt om de aanwezigheid van foetaal bloed vast te stellen. De test detecteert foetaal bloed vanaf een concentratie van 20%.

Perinatologist

Amerikaans/Engels begrip voor gynaecologen die gespecialiseerd zijn in risico zwangerschappen (peri=rond; natio=geboorte). Een risico zwangerschap kan betekenen dat de moeder: een medisch probleem heeft zoals zwangerschapsdiabetis of hoge bloeddruk, een zwangerschapscomplicatie heeft zoals een meerlingzwangerschap of vroeggeboorte, een geschiedenis heeft van zwangerschapscomplicaties. In Nederland zullen risicozwangerschappen in de meeste gevallen gevolgd worden door een 'gewone' gynaecoloog.

Placenta met succenturiate lob

Een bijlob is een tweede of derde placentalob die veel kleiner is dan de grootste lob. In tegenstelling tot een tweelobbige placenta heeft een placenta met een kleinere bijlob vaak gebieden met infarcten of atrofie. De hiermee geassocieerde risicofactoren zijn: oudere leeftijd van de moeder, 1e zwangerschap, proteïne in de urine in het eerste trimester van de zwangerschap, en grote misvormingen in de vrucht. De vliezen tussen de lobben in een dergelijke placenta kunnen scheuren tijdens de bevalling en de extra lob kan achterblijven nadat de rest van de placenta is uitgedreven. Gevolg: bloeding na de bevalling.

Placenta previa

Een abnormale innesteling van de placenta zodanig op of naast de opening van de baarmoederhals dat het de neiging heeft voorafgaand aan het kind naar buiten te komen, waarbij er ernstige bloedingen van het kind of de moeder kunnen optreden.

Steroïde injectie

Wordt toegediend wanneer de rijping van de foetale longen versneld moet worden voor een vroegtijdige geboorte. Dit kan worden voorgeschreven wanneer het voortduren van de zwangerschap een gezonde geboorte van de baby in gevaar zouden kunnen brengen.

Tocolytes

Weeënremmers.

Transvaginale echo

Klein apparaatje dat in de vagina wordt ingebracht en dat hoge frequentie (5.0-7.5 MHz) golven gebruikt. Vergeleken met de normale echo-apparaten, die via de buik waarnemen, biedt de transvaginale echo een beter beeld van de anatomie en pathologie in het vrouwelijke bekken. Dit voordeel is vooral duidelijk bij zwaarlijvige patiënten, patiënten met een gekantelde baarmoeder en bij de identificatie van lichaamsdelen die te klein zijn om via de buik te kunnen zien of die met handmatig onderzoek niet betast kunnen worden.

Trophotropism theory

[Theorie ontwikkeld door Dr. Harris Finberg, M.D.] Trophotropisme in placentaweefsel kan het beste worden vergeleken met een plant die de neiging heeft om naar de zon te buigen, om het licht te krijgen wat hij nodig heeft om te overleven. Aangezien het lagere gedeelte van de baarmoeder niet zo voedzaam is als het hogere gedeelte, zal de placenta omhoog groeien om zo het voedzamere weefsel te bereiken.

Tweelobbige placenta

[Latijnse naam: placentae bilobata] Om als tweelobbige en drielobbige placenta te worden ingedeeld, moeten de twee of drie lobben van een placenta door een vlies worden gescheiden en van gelijke of bijna gelijke grootte zijn. Er is geen specifieke informatie over hoe meerlobbige placenta's worden gevormd. Een tweelobbige placenta in de ene zwangerschap kan worden gevolgd door een grotere kans op een tweelobbige placenta in de volgende zwangerschap. De navelstreng insereert meestal in de vliezen tussen de twee lobben van de tweelobbige placenta (foto 2), maar in ongeveer 1/3e van de gevallen insereert de navelstreng in de grootste van de twee lobben (foto 1). De twee meest aangehaalde klinische openbaringen van meerlobbige placenta's, zijn bloedingen in de eerste trimester van de zwangerschap en het niet kunnen loslaten van een van de lobben tijdens de bevalling waardoor vervolgens een postpartum bloeding ontstaan. foto 1. met normale navelstrenginsertie foto 2. met velamenteuze navelstrenginsertie          

Uitgebreide echo

[In de USA of UK ook wel Level II Echo of Targeted Ultrasound genoemd.] Betreft het gebruik van hoogwaardige echoapparaten samen met speciaal getrainde medici om een gedetailleerde blik te kunnen werpen op de anatomie van de baby. Een uitgebreide echo wordt aanbevolen wanneer er een verhoogd risico is op geboorteafwijkingen in het kind zowel door een eerdere zwangerschapsgeschiedenis alsook bij erfelijke afwijkingen, medische complicaties of een vergevorderde leeftijd van de moeder. In Nederland krijgt iedereen een uitgebreide echo bij ca. 20 weken.

Vasa previa

[Latijnse naam: Vasa Praevia] Een zwangerschapscomplicatie waarbij foetale bloedvat(en) van de placenta of navelstreng voor de geboorteuitgang liggen, onder de baby. Deze complicatie, die voorkomt bij ongeveer1:1600 zwangerschappen, heeft een hoog sterftecijfer (50-95%). Dit kan veroorzaakt worden door snelle foetale verbloeding, die optreedt door het scheuren van de bloedvaten nadat de baarmoedermond ontsluit en de vliezen breken. De baby kan ook sterven door zuurstoftekort wanneer de bloedvaten afgekneld worden tussen de baby en de wanden van het geboortekanaal.

Velamenteuze navelstrenginsertie

Normaal gesproken komt de navelstreng, met daarin de drie bloedvaten van het kindje, in het midden van de placenta uit. Velamenteuze navelstrenginsertie betekent dat de navelstreng in de vliezen uitkomt. Van hieruit lopen de bloedvaten van de baby, zonder de bescherming van de zogenaamde gelei van Wharton, naar de placenta toe. Velamenteuze navelstrenginsertie