Claudia – Frederik

Na een onbezorgde zwangerschap en thuisbevalling van onze dochter, wilden we nog wel een kindje. Dat bleek helaas anders te gaan dan we verwacht (en gehoopt) hadden, maar alsnog kijk ik positief terug de gebeurtenissen. Dit is het verhaal van hoe onze zoon Frederik ter wereld kwam.

Na een missed abortion raakten we snel opnieuw zwanger. Naast de blijdschap dat ik weer zwanger was, heerste er ook wel angst dat het weer mis zou gaan. Rond de 16 weken zwangerschap begon de misselijkheid af te nemen en was ik er wat geruster op dat het goed zou komen. Tot we op de 20-weken-echo horen dat de placenta wat laag ligt. Ik schrik meteen en zeg tegen de echoscopiste dat ik écht geen keizersnede wil. Ze stelt mij gerust dat in de meeste gevallen de placenta voldoende omhoog groeit voor een vaginale bevalling. Met 31 weken zwangerschap worden we terug verwacht voor een follow up echo en tot die tijd kunnen we niets doen. In de auto naar huis, en ook in de weken de volgen, blijft er een naar gevoel knagen.

Op het moment dat ik 31 weken zwanger ben zitten we weer bij het echocentrum. Ik sta nog onder controle van de verloskundige, doe mee met Centering Pregnancy en ben mij nog steeds aan het voorbereiden op een tweede thuisbevalling. De eerste ruit wordt al snel ingegooid; de placenta is wel wat opgeschoven maar vooralsnog niet voldoende voor een thuisbevalling. Op deze afstand zou het mogelijk een vaginale bevalling in het ziekenhuis worden. Tot de echoscopiste aangeeft dat ze een bloedvat voor de baarmoedermond ziet liggen. Ze weet niet goed wat ze ziet, misschien is het de navelstreng, misschien iets anders. We krijgen een verwijzing naar het ziekenhuis.

Een dag later zitten we bij de gynaecoloog. Die weet bijna zeker dat het Vasa Previa is. Maar, ze wil een collega laten meekijken voor een second opinion. Een week later staan er twee gynaecologen aan het echoapparaat. Inmiddels heb ik mezelf ingelezen op internet en begrijp ik een aantal woorden die genoemd worden. Mijn man tast nog steeds in het duister terwijl ik al precies weet wat er aan de hand is. En wat de consequentie daarvan is: een keizersnede.

Drie dagen zit ik op de bank te huilen. Alles in mij schreeuwt dat ik géén keizersnede wil. Ik wil niet in het ziekenhuis bevallen, de ruggenprik vind ik eng, ons kindje zal gehaald worden terwijl hij er nog niet klaar voor is, hij zal niet op een kalme manier ter wereld komen, de navelstreng kan nu niet utkloppen. Ik kon wel 100 redenen bedenken waarom ik écht die keizersnede niet wilde.

Maar aan het einde van die week realiseerde ik mij dat de diagnose een geschenk was en dat ik helemaal geen keuze had. Als ik ons zoontje veilig in mijn armen wilde, moest het een keizersnede worden.

Aangezien onze dochter geboren werd met 40 weken en 4 dagen, zonder ooit tussentijdse weeën of bloedingen te hebben gehad, kon de keizersnede gepland worden met 36 weken en 6 dagen, een vrijdag.

Wanneer ik 35 weken en 3 dagen zwanger ben, wordt ik ’s nachts wakker en voel een straaltje bloed lopen. Ik spring op uit bed en ren naar de badkamer. Mijn man is al wakker gestompt en belt het ziekenhuis.

De ziekenhuistas was nog niet gepakt dus ik gooi gauw wat spullen in een sporttas en binnen 10 minuten zitten we met zijn drieën in de auto. Onze dochter kan gelukkig ergens worden afgezet en dan rijden we plankgas naar het ziekenhuis. Het is 3.00 uur ‘s nachts, ik ben doodsbang dat het bloed van ons zoontje is en gelukkig zijn we er snel.

In het ziekenhuis worden controles gedaan, we zien meteen dat ons zoontje een goede hartslag heeft en beweegt, dus we zijn enigszins opgelucht. Er wordt nooit gevonden wat de oorzaak van de bloeding is. In de ochtend is er een overdracht en overleg tussen de artsen en wordt besloten dat ik niet meer naar huis mag, ons zoontje wordt zo snel mogelijk gehaald. In ons geval betekent dat op vrijdag, met 35 weken en 6 dagen zwangerschap, zodat ik op woensdag en donderdag longrijpers kan krijgen.

De geplande keizersnede valt mij alles mee. Hoe erg ik er ook tegenop zag en hoe bang ik er ook voor was. De anesthesist blijft bij mij en vertelt me precies wat er gebeurt. Ik zie ons zoontje kort door een plastic doek voordat hij (samen met papa) meegaat met de kinderarts naar een verwarmde onderzoekstafel. Even later wordt hij in een couveuse weggereden. Ik moet na de keizersnede, in mijn eentje, naar de verkoeverkamer. Zo’n twee uur na zijn geboorte kom ik aan op onze familiekamer en wordt ons zoontje op mijn borst gelegd. Hij voelt klein, hij lijkt op zijn grote zus, wat een knappe en mooie baby!

Later hoor ik dat hij in zijn eerste uurtjes aan de beademing en de CPAP heeft gelegen. Gelukkig pakte hij het ademen snel zelf op. Daardoor hoefde hij niet naar de NICU in Nijmegen, maar konden wij samen op de familiekamer in Arnhem blijven. Hij werd 24/7 gemonitord met allerlei plakkers aan zijn lijfje, hij lag in de couveuse, had een infuus met een soort suikerwater voor zijn bloedsuikerspiegel, hij was te vermoeid dus kreeg gekolfde borstvoeding in een neusmaagsonde en na een paar dagen moest hij nog onder de blauwe lamp.

Toen hij 7 dagen oud was lukte het hem plots om zelf een voeding aan de borst te drinken. Tot dat moment had hij regelmatig geoefend maar was het nog niet echt gelukt. Helaas was hij nog steeds heel moe waardoor hij vaak door een verschoning en voeding heen sliep. Om zijn energie te sparen zodat hij kon groeien, oefende hij dan niet aan de borst. 8 dagen oud werd hij elke 3 uur vanzelf wakker, dus oefende hij elk verzorgingsmoment aan de borst. Op dag 9 was de verpleegkundige zo trots op hem dat ze zijn sonde eruit haalde, omdat dat het slikken waarschijnlijk wat makkelijker zou maken. Hij was echt een kanjer en als hij de volgende ochtend voldoende was aangekomen in gewicht mochten we naar huis.

Op dag 10 kwam een trotse grote zus haar broertje ophalen uit het ziekenhuis!

Inmiddels hebben we een vrolijk zoontje van 7 maanden oud, dat niets liever wilt dan vastgehouden en gedragen worden. En met zijn start, draag ik hem met liefde!